In Ekeren ontstond enige beroering wegens de trajectwijziging van enkele buslijnen van De Lijn. Op 1 januari 2022 treedt het Vervoersplan 2021 van de Vervoersregio Antwerpen in voege. Vanaf dan zullen de bussen van lijn 1640, die de huidige buslijn 730 overneemt, niet langer de wijken Bund en Mariaburg aandoen maar in Ekeren via de Veltwijcklaan rijden. Tevens zal de nieuwe buslijn 1631, die de huidige lijn 33 in Ekeren zal vervangen, geen rechtstreekse verbinding meer verzekeren met een aantal ziekenhuizen en woonzorgcentra in de Antwerpse zuidrand en de districten Deurne, Wilrijk en Hoboken. Dit zou vooral voor minder mobiele burgers ertoe verplichten om soms twee keer te moeten overstappen en een bijzonder lange reistijd in koop te moeten nemen.
Vlaams Parlementslid Filip Dewinter heeft deze bezorgdheden in een schriftelijke vraag* overgemaakt aan Vlaams Minister van mobiliteit en openbare werken Lydia Peeters.
Uit het antwoord* van de minister blijkt dat met betrekking tot de nieuwe buslijn 1640 de reguliere bediening van de haltes Vogelkersstraat en K. De Wintstraat niet meer kon verantwoord worden ten aanzien van de door decreet basisbereikbaarheid en uitvoeringsbesluit opgelegde voorwaarden. Een van de elementen die hierin meespeelden was de nabije ligging van de wijk (t.o.v. de hoofdassen OV - openbaar vervoer), met andere woorden: de te korte afstand vanuit de wijk naar het treinstation Sint-Mariaburg, en naar de bushalten op de Kapelsesteenweg.
Wel zal de Vervoersregio over een budgettaire enveloppe kunnen beschikken om het ‘Vervoer op Maat’ (VoM) te financieren.
In het ontwerp van Vervoer op Maat voor de vervoerregio Antwerpen, dat ondertussen participatief werd afgetoetst, ook met de lokale besturen, werd voorgesteld dat:
- een vraagafhankelijk systeem ‘A-flex’ zal worden ingevoerd, waarvan het zgn. ‘A-flex Plussysteem’ voor mensen met een mobiliteitsbeperking (indicatiestelling), deel uitmaakt. Dit kan een oplossing bieden voor mensen met een mobiliteitsbeperking die bijvoorbeeld naar AZ Klina willen.
- meer middelen beschikbaar zullen worden gemaakt voor deelsystemen: deelfietsen, elektrische deelfietsen, deelauto’s, … Belangrijk: deze systemen maken volgens het Decreet Basisbereikbaarheid in de toekomst een fundamenteel deel uit van het – door Vlaanderen gefinancierde – openbaar vervoer.
Gezien de vooropgestelde VoM-alternatieven zal de reguliere bediening van de betrokken wijken, die een te laag gebruikerspotentieel hebben om zulk regulier vervoer decretaal te verantwoorden, worden stopgezet.
Met betrekking van de bereikbaarheid van de ziekenhuizen en woonzorgcentra in de Antwerpse zuidrand werd door de Minister geantwoord dat: Het aanbod VoM zal tegemoetkomen aan de bezorgdheid over de bereikbaarheid van ziekenhuizen en woonzorgcentra, zeker voor minder mobiele burgers (A-flex Plus). Voor mobiele burgers voorziet het VoM-aanbod in de mogelijkheid om aan te takken aan het ruime reguliere en frequentere aanbod dat in de regio aanwezig zal zijn (A-flex basis).
Districtsraadslid Freddy Geens reageert met gemengde gevoelens op het antwoord van de minister. Positief is alleszins dat er wordt tegemoet gekomen aan de geuite bezorgdheden door middel van het vraagafhankelijke systeem ‘A-flex Plus’ voor minder mobiele burgers wat de verbindingen naar AZ Klina en de ziekenhuizen en woonzorgcentra in de Antwerpse zuidrand betreft. Ook voor mobiele burgers zal het ‘A-flex basis’-systeem een oplossing bieden voor de vlotte bereikbaarheid van de ziekenhuizen en woonzorgcentra in de Antwerpse zuidrand. We kijken benieuwd uit naar hoe deze A-flex-systemen in de praktijk zullen worden geconcipieerd.
Het blijft wel spijtig dat de wijken Bund en Sint-Mariaburg niet langer zullen worden aangedaan door de nieuwe buslijn 1640. Het wordt dus voor de bewoners helaas verder stappen naar het station Sint-Mariaburg of de bushaltes op de Kapelsesteenweg. Hopelijk kan een buurtbussysteem soelaas bieden. Dubbel spijtig dat het districtsbestuur hier echter niet van wil weten.
Maar hij merkt tevens op dat het in het Vervoersplan 2021 voorziene concentreren van de buslijnen op grote wegen en hoofdstraten voor een belangrijk deel te wijten is aan het door de gemeentebesturen versmallen van straten, het vernauwen van kruispunten, het invoeren van zones 30, de hindernissen (rotondes, verkeersplateaus, paaltjes, …), het parkeergedrag (te dicht bij straathoeken, …), het langdurig afsluiten van straten voor wegeniswerken (cfr. Prinshoeveweg) of privé-bouwwerken, die het meer en meer voor de autobussen moeilijk maken om op een vlotte wijze doorheen de wijken te rijden en een aanvaardbare commerciële snelheid te halen. Het is dan ook begrijpelijk dat de Vlaamse Vervoermaatschappij die met hetzelfde budget vanaf 2022 meer bussen met een hogere frequentie moet laten rijden, kiest voor trajecten via de hoofdverkeersassen en zo weinig mogelijk haar autobussen nog zal laten rijden door ‘hinderlijke’ lokale straten.
Vlaams Parlementslid Wim Verheyden leverde op 3 februari in een tussenkomst* ook al forse kritiek op de nieuwe plannen in verband met de organisatie van het openbaar vervoer. Volgens onderzoek zullen die er immers toe leiden dat maar liefst één op tien Vlamingen geen vaste dienst met bus meer zal hebben in de eigen woonkern en dat er veel meer zal moeten worden overgestapt zonder garantie dat men de overstap wel zal halen. Minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) rekent erop dat het aanvullend te organiseren ‘vervoer op maat’ een oplossing kan bieden, maar veel vertrouwen boezemt dat niet in. De budgetten die ze de gemeenten daarvoor toespeelt liggen veel te laag.
Het mag duidelijk zijn dat in onze steden en gemeenten het autobuspestbeleid moet stoppen en het huidige beleid moet vervangen worden door een beleid waarin de nodige aandacht moet gaan naar het openbaar vervoer als voornaamste middel om onze lokale leefkwaliteit op te waarderen.
Spijtig dat het Ekerse districtscollege nog niet tot dit besef gekomen is. Ook in deze aangelegenheid kan enkel een deelname van het Vlaams Belang voor verandering zorgen.
* Lees de vraag van Filip Dewinter en het antwoord van minister Peeters als bijlage bij dit artikel.
* De tussenkomst van Wim Verheyden leest u door hier op de link te klikken.