Uit het antwoord van schepen van Ruimtelijke Ordening Annick De Ridder op een vraag van gemeenteraadslid Filip Dewinter blijkt dat het stadsbestuur een stedenbouwkundig attest afleverde voor plannen die de sloop van het Laarkasteel in Ekeren Donk – waarin tot 1999 de Sint-Lucaskliniek gevestigd was – voorzien. De vraag naar de sloop is onder meer een gevolg van de verregaande verwaarlozing van het gebouw. Vlaams Belang Ekeren betreurt dat het stadsbestuur en Ekerse districtsbestuur zo weinig inspanningen hebben geleverd om dit Ekerse erfgoed van de sloophamer te redden en spreekt van “verregaande nalatigheid” om dit Ekerse erfgoed van verval te behoeden.
Het Laarkasteel – ook ‘Hof van Delft’ genoemd – staat op de Vlaamse inventaris van onroerend erfgoed, waar het wordt omschreven “een kasteel in neo-Vlaamserenaissance-stijl, gebouwd in 1903 naar ontwerp van Hendrik en Leonard Blomme en gelegen op een lichte verhevenheid in een beboomd domein”. Deze zomer raakte bekend dat woonzorgcentrum Christine de grond wenste aan te kopen onder voorbehoud van aflevering van een sloopvergunning voor het kasteel. Het woonzorgcentrum wenst immers een nieuwbouw te realiseren op de plaats waar nu het kasteel staat. Als argumenten voor de sloop werden onder meer gegeven: de slechte staat van het kasteel, een maximaal groenbehoud en de watergevoeligheid van de rest van het perceel. Schepen Annick De Ridder laat nu in haar antwoord op een vraag van Filip Dewinter weten dat ze een stedenbouwkundig attest heeft afgeleverd voor de plannen van het woonzorgcentrum, maar nog geen concrete omgevingsvergunning voor de sloop zelf. Dat laatste is echter allicht maar een formaliteit.
Vlaams Belang Ekeren betreurt de jarenlange verwaarlozing van het kasteel die nu uiteindelijk allicht tot een onvermijdbare sloop zal leiden. Op vraag van Flip Dewinter welke initiatieven het Antwerpse stadsbestuur heeft genomen om het verval tegen te gaan, vermeldde schepen De Ridder slechts een brief van dienst monumentenzorg in 2010 om aandacht te vragen voor de behoud van het kasteel, een contactname van monumentenzorg met bouwtoezicht in 2012 – waarbij zelfs niet eens wordt vermeld of bouwtoezicht daar ook maar enig gevolg aan gaf – en een “overleg” tussen monumentenzorg, district Ekeren en de eigenaar om “een oplossing voor de leegstand te vinden”. De schepen laat ook weten dat het pand is sinds 2017 opgenomen is op de Vlaamse inventaris voor zowel leegstand als verwaarlozing.
“Uit dit magere overzicht blijkt duidelijk dat het stadsbestuur en het Ekerse districtsbestuur al die tijd nauwelijks initiatieven hebben genomen om het verval een halt toe te roepen”, reageert Filip Dewinter, “Dit is gewoon nalatigheid en een manifest gebrek aan respect voor ons erfgoed. Ook nu weer blijkt er nogmaals zeer lichtzinnig omgesprongen te worden met de erfgoedwaarde, alsook met de emotionele waarde van het gebouw voor de vele Ekerenaren die er geboren werden. Het bouwhistorisch onderzoek (CHE-rapport) bleek bijvoorbeeld in de aanvraag te ontbreken. De schepen maakt zich er goedkoop vanaf door simpelweg te stellen dat dit ‘geen verplicht dossierstuk’ is. Alsof dit een argument is om er geen belang aan te hechten.”
Vlaams Belang Ekeren vreest dat het spreekwoordelijke kalf inmiddels verdronken is en dat een sloop dus onvermijdelijk is geworden, vooral door de nalatigheid van de diverse overheden en het stadsbestuur in het bijzonder. “We kunnen misschien nog hopen dat er iemand zich aanbiedt die alsnog een toekomst voor het kasteel ziet en bij deze doen we een warme oproep, maar anderzijds lijken de plannen van het woonzorgcentrum de beste optie ter vervanging van het kasteel, zowel in functie van de watergevoeligheid als in functie van de dienstverlening van het woonzorgcentrum aan de Ekerse bevolking”, stelt Kurt Van Noten, voorzitter van Vlaams Belang Ekeren, “We hopen alsnog dat alsnog bepaalde kenmerkende elementen van het kasteel kunnen worden geïntegreerd in het nieuwe project, ook gezien de emotionele waarde van het gebouw voor veel Ekerenaren. Er zijn ter zake al zoveel mooie voorbeelden van projecten waar de integratie van historisch erfgoed mogelijk bleek.”